Blog Iris Hannema
May 30, 2023
Hoeveel weeg jij?
Of de Australische Chris, grijs, snor, slank, Vietnam-veteraan, nog leeft weet ik niet. Ik denk soms ineens weer aan hem. Nu kwam dat door het nieuws over de gewijzigde ‘gevoelige woorden’ uit Roald Dahls kinderboeken. Zelf sloeg ik vooral aan op het geschrapte woord ‘dik’ dat is vervangen door ‘enorm’ en er kwam een kettingreactie aan herinneringen vrij die naar de Stille Oceaan leidde. Daar, op Vanuatu, een eilandengroep die pech op hun voorhoofd heeft staan, leerde ik Chris kennen. In de vooravond van cycloon Pam, die toen met extreme kracht in aantocht was, zat hij alsmaar in de hoteltuin naar zijn computerscherm te staren. Als eigenaar van Samoa Air, zijn eigen vliegtuigmaatschappijtje, had hij een tweezits propellervliegtuig op het vliegveldje staan en hij wilde wég, zijn vliegtuig redden van het aankomende natuurgeweld. Dat lukte hem overigens maar half. De luchtverkeersleiding kwam maar niet over de brug totdat het te laat was om op te stijgen, maar zijn vliegtuig overleefde de cycloon in een hangar.
Chris woonde al decennia op Samoa, had er vrouw en kinderen, en was verworden tot een klassieke oudere expatman: constant mopperend op de cultuur van het eiland waar hij al zo lang woonde, maar er te veel van houden om ooit nog te kunnen terug te keren naar het moederland Australië. Over de eilanders zelf had hij geen goed woord over – lui, nutteloos, zuiplappen, dieven die stelen handig verbuigen naar ‘eeuwig lenen’ – behalve over zijn eigen vrouw en kinderen dan, allen geboren en getogen op Samoa.
Passagiers van Samoa Air liet hij per kilo lichaamsgewicht betalen. De zwaarste passagiers zorgden voor veel meer brandstofgebruik en dat moest gecompenseerd, redeneerde hij. Iedere passagier moest bij de incheckbalie op de weegschaal, en daarna de bagage natuurlijk ook nog, en zo werd de prijs gepersonaliseerd en bepaald. In wezen: lichaam of koffer, same thing, je moet betalen voor het gewicht dat je aan boord meebrengt.
Bizar betalingssysteem in de luchtvaart, ik vond het toen eerlijk gezegd nogal harteloos, en mocht zo’n vliegvleeskeuring eigenlijk wel, mensenrechten-technisch gezien? (Zelf had ik weleens heel benard in een vliegtuigstoel gezeten omdat mijn buurman echt té je-weet-wel-wat-ik-bedoel was voor een stoel in economy class, en zodoende weleens nagedacht over hoe je daar als luchtvaartmaatschappij nu communicatiebeleid over zou kunnen maken). Een paar maanden later kwam ik zelf op Samoa aan, overigens niet met Samoa Air.
Het eiland zelf vond ik weinig bijzonders, alleen een kortstondige affaire met een Nieuw-Zeelandse piloot in opleiding zorgde voor een beetje sjeu. Ik bleef er vooral dag in dag uit zeer ongemanierd naar mensen staren. De bevolking was zo ontzettend, nou ja, stevig, ik had in mijn gehele reiscarrière nog nooit zo veel stevige mensen op één eiland gezien.
Die Chris, nu zag ik het ook: hij móést wel.
Iris Hannema (1985) is schrijver en wereldreiziger en bezocht in haar eentje meer dan honderd landen. Eerder verschenen bij De Arbeiderspers haar reisboeken Miss Yellow Hair, Hello!, Het bitterzoete paradijs en Reizen volgens Hannema. Over reislust, ontwortelen en thuiskomen.